Emotioneel niet bereikbaar

Ik zoek contact met mijn partner en krijg het niet. Ik ben niet bij machte om te vragen wat ik nodig heb. Hij heeft het druk met zijn werk. Gaat ‘s avonds golfen. Lunchen met een vriend. Maakt afspraken zonder mij en maakt geen afspraken met mij. Ik projecteer alles wat ik zie op hem. Hij is te druk. Werkt te hard. Is niet bereikbaar. Hij valt terug in zijn oude patroon, krijgt daardoor ook lichamelijke klachten. Hij is er niet voor mij.

En ik? Ik kan er niet voor mezelf zijn.

Een terugkerend patroon. Wat ik zie is dat ik een  partner heb die emotioneel niet bereikbaar is. Herkenbaar?

Mijn emotionele lade gaat open. Ik voel me alleen, niet gezien, niet geliefd, niet gehoord en niet van waarde. Ik probeer hem duidelijk te maken dat ik aandacht nodig heb. Ik krijg als antwoord dat ik dan ‘n dag zijn agenda  moet plannen. Ik wil geen agendapunt zijn! Ik ben van vlees en bloed.

Ik huil, ik schreeuw en loop weg. Ik sluit me af voor hem. Ga niet in gesprek, vermijd contact. Ik denk en zeg dat ik dan maar beter alleen kan wonen. Wat gebeurt hier? Alle overlevingsstrategieën komen voorbij. Vechten, vluchten en bevriezen. Ook ik ben emotioneel niet beschikbaar op dit moment.

Het is een herhaling van oude pijn die in mij aangeraakt wordt alleen besef ik me dat nog niet. Ik voel en ervaar eenzaamheid, pijn en verdriet. Ik wil ervan weg. Dus ik sluit me af voor mijn partner want hij doet mij pijn. Ik draai rondjes in mijn hoofd, rondjes met hem en kom er niet uit. 

Ik heb geen zin om te gaan klagen over mijn partner bij een vriendin. Ik ga het terras op om afleiding te zoeken maar voel me ook daar niet op mijn gemak. Winkelen geeft even afleiding maar voldoet niet aan dat wat ik nodig heb. Ik voel een behoefte die ik niet kan bevredigen. Ik fiets, ik wandel en fiets en wandel nog meer. Ik ben doodmoe. Het zit in mij. Ik word door mijn partner gespiegeld. Er wordt een stuk kindpijn aangeraakt dat geheeld mag worden.

Als ik aan de vermoeidheid toegeef en tijd en ruimte neem om te onderzoeken komt er een herinnering naar boven.

Ik herinner me dat ik bij mijn vader in de slagerij kwam als mijn moeder niet in staat was er voor mij te zijn. Ze was er wel maar lag ziek/ depressief in bed. We woonden boven de slagerij. Als ik ‘s morgens vroeg mijn moeder vroeg om mijn haar te vlechten of om een paardenstaart te maken dan deed ze dat zittend en zuchtend op de rand van haar bed. Daarna stuurde ze mij naar school. Soms werd ze boos of verdrietig als ik langer bij haar wilde blijven en duwde ze mij weg. Ik ging dan naar beneden naar de slagerij om troost te zoeken bij mijn vader. Daar kreeg ik een worstje, een aai over mijn bol en werd ik naar school gestuurd. Tussen de middag, uit school, liep ik eerst de slagerij in naar mijn vader. Soms vroeg hij mij om vast het gas onder de aardappelen aan te steken en kwam hij later naar boven om eten te maken. Als ik boven kwam scande ik altijd eerst waar mijn moeder was, op de bank of in bed, hoe haar stemming was. Na het middageten ging mijn vader een dutje doen. Ik kroop dan op schoot om even bij hem te kunnen zijn.

Mijn moeder was thuis, met een postnatale depressie, emotioneel niet bereikbaar. Mijn vader was in de buurt maar had geen tijd. Een zieke vrouw, drie kinderen, ‘n baby en een slagerij. Emotioneel ook niet beschikbaar. Niet uit onwil, niet omdat ze niet van ons hielden want dat was wel zo en die dagen waren er ook. Ik kan me ook die dagen herinneren. Dat wat ik me echter niet herinner en wat de donkerte uit mijn jeugd is is de pijn die nog vast zit in mij.

Het is dat wat er niet gebeurd is maar wat wel had moeten gebeuren. Ik had een ouder, ‘n volwassen persoon nodig die aandacht, liefde, vertrouwen en geborgenheid kon geven. Het gemis hieraan in mijn kindertijd komt naar boven op het moment dat ik door lichamelijk ongemak stil kom te zitten. Het lichaam vraagt om aandacht. Om los te mogen laten wat het al zo lang voor mij gedragen heeft. Door naar de pijn te gaan en open te staan voor wat het te brengen heeft kan ik loslaten, helen en weer opstaan. Maar er is meer werk aan de winkel. Hoe mijn ouders reageerden in hun overlevingsstand heb ik opgeslagen en zit in mijn (cel)geheugen. Je neemt onbewust de patronen van je ouders over. Je slaat ze onbewust op. Je reageert onbewust op dezelfde manier.

In welke mate ben ik zelf emotioneel onbeschikbaar? En bij wie is dit begonnen? Komt het door zijn harde werken en activiteiten zonder mij of komt doordat ik zelf emotioneel niet beschikbaar was op enig moment waardoor hij harder ging werken? Ik denk het laatste.

Tijd voor (zelf-)onderzoek, een goed gesprek met mijn partner en de mensen om mij heen.

Ook mijn partner wordt gespiegeld in dit proces. Welk deel van zijn schaduwkant wordt hier aangeraakt? Is hij er zich bewust van en is hij bereid het te onderzoeken?

Zo heeft iedereen zijn schaduwkanten en komen we elkaar tegen en tegenover elkaar te staan. Zolang we niet bereid zijn onze schaduwkanten te onderzoeken blijven we reageren op wat de ander ons laat zien. Blijven we uit verbinding gaan.

We zijn echter bij elkaar gekomen en verliefd geworden omdat er een onbewuste herkenning in het systeem is, in dit geval emotionele onbeschikbaarheid, die na een periode van verliefdheid aan de oppervlakte komt en geheeld mag worden. Complexherkenning is een onbewust proces dat ons verbindt met de ander en bedoeld is om te helen. Gebeurt dat niet dan zal men niet nader tot elkaar komen en eventueel uit elkaar gaan. In een volgende relatie zullen we mettertijd op een andere manier met hetzelfde complex te maken krijgen totdat het opgelost is.

In een familieopstelling kan je zien, voelen en herkennen hoe een complex in de familielijn verweven zit en waar dit vandaan komt. Welke beslissing heeft iemand in jouw familielijn genomen om te kunnen overleven? Welke conclusie is er getrokken om verder te kunnen gaan?